In de Schijf van Vijf zit veel van ons dagelijks voedsel, maar lang niet alles. Hoe gaan we om met hetgeen daar net buiten valt?
Tussendoortjes zoals koek, frisdrank en chips horen niet in de Schijf van Vijf. Maar ook producten als witbrood, sauzen, vleeswaren, zoet broodbeleg en vla vallen erbuiten. Als je volgens de Schijf van Vijf eet kunnen ze er wel bij, maar niet te veel en niet te vaak.
Wat betekent ‘niet te veel en niet te vaak’? Het Voedingscentrum heeft een vuistregel bedacht om dat wat concreter te maken:
Kies elke dag niet vaker dan 3 tot 5 keer iets kleins buiten de Schijf van Vijf en daarnaast hooguit 3 keer per week wat groters.
Hier een aantal voorbeelden van hoe die keuzes er dan uit zouden kunnen zien.
Dagkeuze (iets kleins)
Een dagkeuze is iets kleins: een klein koekje, waterijsje, stukje chocolade, honing voor in de yoghurt of een eetlepel tomatenketchup. Grote eters, zoals tieners in de groei, kunnen maximaal 5 porties erbij nemen. Bij minder grote eters gaat men uit van maximaal 3 tot 4 porties naast de voeding uit de Schijf van Vijf. Kinderen jonger dan 4 jaar hebben weinig ruimte voor dagkeuzes. Geef een jong kind eventueel een dagkeuze als beleg op brood, maar liever niet als tussendoortje.
|